Betuwe
Opdracht: De Heer Nicolaas Palada en Juffer Hendricka van Lobit EL. ende Henrick van Lobit en Aleida Dibbets EL. mitsgaders Ariën Claassen en Johannes ter Stall als momboirs, verclaren 20-05 deses jaars te transporteren aan Henrick Tonissen Decker en Neeltje Ponssen El. de helft van 2 1/2 mergen bouwlandt gen’t Het Schipperslant, gelegen te Setten ambt Overbetuwe. Ook folio 282. zij bekennen schuldig te zijn aan Elisabeth Hajenius een bedrag van 300,– op 31-12-1721.
Protocol van bezwaar schoutambt Valburg protocol 428 (folio 139)
Opdracht: Gerritje Seelen, weduwe wijlen Willem van Lobith, cum tuture filio Henrick van Lobith, Henrick van Lobith en Aeltje Dibbits, echteluijden, Nicolaes Palada en Henderina van Lobith, echteluijden, Claes Aerts, voor hemselfs en sigh mede sterck makende voor sijne twee onmundige kinderen bij Willemina Deckers geprocreërt, namentlijck Aertje en Johannis Claessen, bekennen op den 210 januarij deses jaers, oirkont erfpachteren Aelbert Dibbits en J. Vogel, vercoft, gecedeert en opgedragen te hebben aen Henrick Decker en Neeltje Ponsen, echteluijden, en haeren erven, seecker stuck bouwlants, groot ongeveer twee en een halve mergen, genamt den Breeacker, alwaer in ’t oosten naest gelant de straet, zuijt de coper selfs, westwart de straet en noort de Ganseweijde. Dan nogh een parceeltje weijlant aen den nieuwen dijck, met de weduwe Henrick Bernts en d’erfgenamen Steven Decker onverdeijlt, oost Reijn Gerrits of de geërfden van Osterholt, west den kuper Henrick Hermsen, zuijt den Bandijck en noort d’heer van Osterholt. Beijde de voorschreven parcelen onder Osterholt gelegen. Ende sulx alles voor een somme van tweehondert vijftigh gulden quae persoluta. Sijnde ’t voorschreven lant met geen lasten beswaert als met veertien roeden dijcx onder den pael nummer 35, voorts verpondingh, ampts- en dorpslasten. Met belofte van te vrijen en wairen, onder verbant van personen en goederen. Met submissie en renuntiatie. Et recognoverunt nihil juris retinuisse. Registratie den 220 februarij 1715.